KLASKE


Huwelijk, Lutjelollum, De pachtwet, Het gezin, Enschede.
De kinderen:
Hiske, Siep, Cile, Hans, Frans, Mieke,
Betty, Wies, Henk, Hannie, Appie, Nellie.
Relaties met de familie Ypma


KLASKE

Klaske Kramer

Klaske Kramer was de zevende van de 9 kinderen, de vierde dochter, van Frans Kramer en Siebrigje Brandsma. Zij werd op 1 februari 1870 te Kubaard geboren en was amper vijf toen haar oudste zus Betsie trouwde. Zij ging naar de openbare lagere school te Wommels en daarna naar het pensionaat en de school van de zusters te Harlingen. Na haar schooltijd zal zij, zoals in die tijd gebruikelijk, thuis of bij families waar nodig geholpen hebben in de huishouding.

HUWELIJK
Klaske trouwde op 7 mei 1894, 24 jaar oud met Dorus Ferwerda. Dorus werd op 6 juni 1867 geboren te Lutjelollum onder Franeker als zoon van Hans Ferwerda en Hiske de Boer. De naam Ferwerda werd in 1811 aangenomen door Dorus’ overgrootvader Hans Willems. Diens vader Willem was wolkammer en diens vader Hans meester wolkammer. Het ontstaan van de naam Ferwerda kan dus te maken hebben met de uitoefening van het beroep: het verven van wol. Het is ook mogelijk, dat de naam komt van het dorp Ferwerd of de gemeente Ferwerderadeel.

Dorus Ferwerda

LUTJELOLLUM
Lutjelollum is een buurtschap met enkele boerderijen, waarvan een der boerderijen ook de naam Lutjelollum draagt. Ze ligt hemelsbreed nog geen vijf kilometer van de Kramerboerderij te Kubaard. Men komt in Lutjelollum, als men op de driesprong bij de Kramerboerderij te Kubaard richting Tzum neemt, in Tzum richting Harlingen/Franeker en dan na 2 km richting Welsrijp enz (N384). Na 300 meter ziet men het bord Lutjelollum, dan gaat men na 200 meter de eerste harde weg rechts in. Het is dan de eerste boerderij links nr2. Men nadert de boerderij aan de achterkant. In het ijzeren hek voor het pad, dat naar de voorzijde loopt, staat nogmaals: Lutjelollum. Het is moeilijk vinden. De toegang was vroeger anders.

Lutjelollum

De boerderij was het bezit van Dorus’ ouders, Hans Willem Ferwerda en Hiske de Boer.
Zij bezaten de boerderij van Lutjelollum uit de nalatenschap van Hiskes ouders. Toen Dorus pas drie jaar was, overleed zijn moeder Hiske. Zijn vader hertrouwde met Johanna Ypma.

De boerderij is op een gegeven moment eigendom geworden van Ten Cate. Tweemaal per jaar ging Dorus toen naar Hilversum de pacht betalen. In 1928 kwam hun dochter Cile met Titus Terwisscha van Scheltinga en hun twee kinderen op de boerderij wonen. Zij woonden in het rompgedeelte van de boerderij; men ziet op de foto duidelijk enkele ramen daarvan. Hun twee volgende kinderen werden daar geboren. Dorus was intussen opgehouden met boeren. Titus deed toen samen met Hans, die nog ongetrouwd bij zijn ouders in het grote voorhuis woonde, de boerderij. In 1932 werd de boerderij opnieuw verpacht. Dorus en Klaske verhuisden toen naar Enschede, waarover aanstonds meer.

DE PACHTWET
Veel boeren klaagden in die tijd over de pachtwet. Een zoon van Hendrik, Klaskes oudste broer, moest in die tijd ook de boerderij van Fokkemaoord opgeven. Tengevolge van de dalende prijzen van landbouwprodukten heerste er een grote crisis in de landbouw. In verhouding tot wat de grond opbracht was de prijs van de pacht vaak hoog. In 1932 werd er toen een noodwet, de wet Ebels aangenomen. Ebels was een kamerlid uit Groningen. Op grond van deze wet was het mogelijk, dat de kantonrechter een nieuwe pachtprijs vaststelde na een rapport, dat werd opgemaakt door twee taxateurs en iemand uit de eigen plaats en dat betrekking had op een nieuwe redelijkere pachtprijs. Dit rapport werd pas geopend in tegenwoordigheid van pachter en eigenaar. In de meeste gevallen hield de kantonrechter zich hieraan. Er waren veel boeren, die “Ebelden”, zoals dat werd genoemd.

Deze noodwet loste echter niet alles op. Het wachten was vooral op een goede pachtwet, die het pachtcontract zelf beter zou regelen, met name de voorwaarden waaronder de eigenaar een contract op mocht zeggen. Er gold toen o.a. nog een termijn van vijf jaar. Dit zou in 1938 12 jaar worden. De oudste acte, die ik in het ijzeren kistje op Kubaard vond betrof een huurcontract, gesloten door Romke Fransen, grootvader van moeders kant van Frans Gerrits Kramer, betreffende het Waltaslot in Tjerkwerd. Dat contract werd slechts voor één jaar gesloten, en het bepaalde tot in de kleinste details wat de pachter niet met het land mocht doen, en ook wat hij er wel mee moest doen.Veel boeren moesten in de dertiger jaren hun boerderij verlaten. Hierdoor was er veel vee te koop, hetgeen weer tot gevolg had dat ook het vee minder waard werd, en dat was ook niet best.

GEZIN
Dorus en Klaske woonden 38 jaar woonden Lutjelollum . Zij stichtten er een groot gezin, waarvan een mooie foto is bewaard. Op Lutjelollum werden alle twaalf kinderen geboren:His 1895-1985, Siep 1897-1921, Cile 1898-1985, Hans 1899-1982, Frans 1900-1975, Mieke 1901-1990, Betty 1903-1977, Wies 1905-1923, Henk 1906-1997, Hannie 1907-1996, Appie 1908-1992, Nellie 1912.

Zilveren bruiloft Dorus en Klaske, 7 mei 1919.
Achter: Wies, Frans Cile, Hans, Mieke, Betty.
Midden: Appie, Oma Klaske, Siep, Opa Dorus, Hiske.
Voor: Henk Nellie, Hanneke.

De foto, waarop het gehele gezin staat met alle twaalf kinderen, werd genomen op 7 mei 1919 toen Dorus en Klaske 25 jaar waren getrouwd. De foto werd in Harlingen gemaakt. De twee dochters, die toen op kostschool in Harlingen waren, kwamen voor het maken van de foto recht van school. De meisjes moesten op school netjes en discreet in het donker gekleed gaan. Ze kwamen daarom in hun donkere kleren voor het maken van de foto. Zo is er wat variatie op de foto gekomen.

Twee van de kinderen zijn tamelijk jong overleden, Siep op 24-jarige en Wies op 18 jarige leeftijd. Dorus en Klaske kregen veel met ziekte te maken. Meerdere van de kinderen zijn ziek geweest maar als we naar de leeftijd kijken die werd bereikt zijn de meesten oud, tot zeer oud geworden.

Dorus en Klaske worden door hun jongste dochter Nellie en vervolgens vooral door twee van hun kleinkinderen, Sieny van dochter Cile, en Cieny van dochter Betty beschreven. Ik heb ook nog met andere kleinkinderen gesproken. Ik geef hun beschrijving zo goed mogelijk weer.

Dorus wordt omschreven als een optimistisch man, met een grote dosis humor, en goed geaard. Hij kon goed met kinderen omgaan en hield van gezelligheid. Oomzeggers, kinderen van zijn zwagers en schoon zussen, noemen hem graag samen met hun oom Mebius Kramer van Oldeclooster en hun oom Michiel Galama van Senserhuis. Een bijzondere liefhebberij vormden paarden voor Dorus. Hij was een grote rijzige man, met eenmaal op leeftijd een rijke witte haardos. De hoed die hij toen droeg bezorgde hem de naam van Lord. Misschien mag men zeggen dat enige trots hem niet helemaal vreemd was. Gevoel voor stand vond hij op zijn plaats en prentte hij ook zijn kinderen in. Dit kwam veel voor bij boerenfamilies . Klaske bewonderde hem om al deze eigenschappen en hij had deze eigenschappen waarschijnlijk wel nodig om de zorgen van de boerderij aan te kunnen.

Klaske was punktueel en zorgzaam, eigenschappen die ook haar grootmoeke Siebrigje Brandsma kenmerkten. Dat was waarschijnlijk haar manier om moeilijkheden de baas te blijven. Zij was ook bezorgd om haar ziekelijke jongste zus Pietje, die getrouwd was met Gerrit van der Werf op het Houtstek in Bolsward. Pietje had eveneens een groot gezin. Klaskes dochters Cile en Betty gingen daar vaak helpen. Anderzijds werd Klaske weer geholpen door een dochter van haar reeds in 1899 overleden oudste zus Betsie, door Ytje.

Een bijzonder talent van Klaske was haar muzikaliteit. Zij speelde, zo vertelt men, alles op de piano. Zij droeg dit talent over op meerdere van haar kinderen. Dit droeg ongetwijfeld veel bij tot de gezelligheid in het gezin. Het had bovendien een bijzondere functie binnen de katholieke minderheid in Friesland, omdat katholieke boeren en katholieke middenstanders hun eigen katholieke clubs vormden, ook hun eigen dansclubs. Men herinnert zich dat Klaske de jongelui: de buren en de Wolkes, de Van de Oevers, de Ypma’s thuis haalde voor dansles. Dorus haalde de dansleraar met de brik uit Franeker. Zij zelf speelde dan op de piano.

Naast de zorg voor hun kinderen namen Dorus en Klaske nog de zorg op zich voor een broer van Dorus, Omke Sidonius. Sidonius kon als jongen heel goed studeren, hij was op het internaat bij de broeders van Oudenbosch in Brabant geweest, waar meerdere Ferwerda’s en Terwisscha’s en Hettinga’s hebben gestudeerd. Na zijn studietijd in Oudenbosch werd Sidonius door een ernstige ziekte geestelijk gehandicapt. In slechte tijden moest hij geheel en al verzorgd word n. Deze zorg kwam dan vooral op Klaske neer; de boer had de zorg achter, de boerin zorgde voor. Sidonius’ vader had deze verzorging voor Sidonius bij zijn broer en schoonzus bepleit en zij hadden deze zorg op zich genomen.
In dit grote gezin met 12 kinderen, 3 jongens en 9 meisjes moet veel zijn omgegaan. Het dagelijkse werk zal veel tijd hebben opgeëist. Maar er werd ook nog meer gedaan.

Van de jongens is mij bekend dat Frans naar de HBS in Leeuwarden ging. Henk ging in 1923, hij was toen 17 jaar, naar het Westland om het tuindersvak te leren, als veldstudent zoals het werd genoemd. Hans was practisch ingesteld en volgde verschillende cursussen.

De meisjes leerden in Harlingen praktische dingen voor het huishouden, maar ook, zoals al vaker is opgemerkt allerlei fraaie handwerken. Appy leerde verder op kostschool, in Slagharen in Drente, en Cile in Lent bij Nijmegen. En er werd ook geacteerd en gezongen, en gedanst. Er werd dus niet alleen maar gewerkt, dat komt duidelijk uit de verhalen naar voren.

ENSCHEDE
In 1932 gingen Dorus en Klaske naar Enschede. Dorus was toen 65 en Klaske 62. Omke Sidonius ging ook mee, en is in Enschede overleden. Hun oudste dochter Hiske woonde toen reeds geruime tijd op kamers in Enschede. Zij was daar apotheker-assistente. Zij zorgde voor een mooi huis voor haar ouders en haar beide jongste zussen Appy en Nellie, die nog thuis waren. Alle andere kinderen waren reeds zelfstandig.

Dorus Ferwerda en Klaske Kramer op leeftijd

Hannie woonde ook nog enige tijd in Enschede om te herstellen van een ziekte. Het huis was zo groot dat er ook gelogeerd kon worden. De Engelsen bombardeerden in de tweede wereldoorlog per vergissing Enschede. Dorus en Klaske waren alleen thuis. Alles raakten zij kwijt Zij vonden toen hun eerste opvang bij hun dochter Betty in Bolsward, die getrouwd was met Joost Wolke. De gebroeders Wolke bezaten zaken in textiel en woninginrichting. In het achterste gedeelte van de zaak van Wolke aan de Marktstraat, die van wege de oorlogsschaarste toch half leeg was, vierden Dorus en Klaske op 5 mei 1944 hun gouden bruiloft. Later gingen Dorus en Klaske naar het bejaardenpension Mariënbos, voordien een groot herenhuis in Heerenveen, waar Klaske op 13 december 1951 overleed, 81 jaar oud en Dorus op 9 october 1954, 87 jaar oud. Zij werden in Franeker begraven.

De KINDEREN.

HISKE
Hiske, de oudste werd geboren 21 maart 1895. Zij volgde een opleiding voor apotheker-assistente, hetgeen in die tijd niet zo vanzelfsprekend was. Vele jaren oefende zij haar beroep uit te Enschede, waar zij als zodanig zeer werd gewaardeerd. Omdat zij vroeg grijs was sprak men over haar als over de grijze dame!

Zij trouwde op latere leeftijd in 1956 met Nico van der Werf uit Heeg. Nico werd geboren op 30 juni 1895 te Bolsward. Zij woonden in Rijswijk, waar beiden zijn overleden, Nico op 29 augustus 1959 en Hiske op 8 mei 1985. Nico was een achterkleinzoon van Sjoerd van de Werf, over wie ik vertelde als de boer die op het paard, dat een industrieel (of een baron) in Antwerpen van hem gekocht had, naar Antwerpen ging, om het paard daar af te leveren. Maar Nico zelf was ook een groot paardenliefhebber en meer dan dat, hij was een autoriteit in de paardenwereld. Hij was bevriend met de circusfamilies Strassburger en Althoff en de vatenfabrikant Bernard van Leer, voor wiens stallen hij meerdere malen Friese paarden kocht.

Nico was weduwnaar van Jetske Zeinstra; Hiske werd zijn tweede vrouw. Hij kende haar reeds vanaf haar jeugd. Hiskes vader Dorus Ferwerda was eveneens een groot paardenliefhebber en paardenkenner. Nico’s zoon Sybolt (Bas) is indertijd via de Ferwerda’s in het bezit gekomen van het Dagboek van Gerrit Klazes Kramer. Hij herkende het niet en gaf het aan zijn achterneef Kees Witteveen, en Kees Witteveen schonk het ons, aan de familie Kramer.

SIEP
Siep werd geboren op 23 januari 1897 en is reeds op 24 jarige leeftijd op 23 mei 1921 overleden.

CILE
Cile werd geboren op 15 maart 1898 en trouwde op 6 mei 1925 met Titus Terwisscha van Scheltinga. Titus werd geboren op 23 mei 1899 te Rauwerderhem. Te Rauwerd werden hun eerste twee kinderen geboren. Na korte tijd geboerd te hebben op Lutjelollum, waar twee volgende kinderen werden geboren, gingen zij in 1932 naar de Wieringermeer, waar hun vijfde kind werd geboren.

Titus was van 1932 tot 1951 ambtenaar in Rijksdienst in Wieringermeer en de Noord-Oostpolder als landbouwkundig opzichter. Van 1951 tot 1970 was Titus landbouwer op een boerderij vlak bij Emmeloord, aan de Nagelerweg. Met het ontginnen van het land was het echter niet gedaan. Het leven in de polder moest sociaal en cultureel en kerkelijk helemaal worden opgebouwd. De gehele familie nam hier actief aan deel. Regelmatig kwamen zowel protestantse als katholieke geestelijken over de vloer, en ook vertegenwoordigers en bestuurders van allerlei organisaties.

Sieny vertelde hoe zij overal kwam om te collecteren voor de missie, voor de Bond zonder Naam enz. In 1970 gingen Titus en Cile in Leeuwarden rentenieren. Siny bleef voor haar ouders zorgen in Leeuwarden. Titus overleed daar reeds een jaar later op 18 september 1971, 72 jaar oud, en Cile op 22 januari 1985, 86 jaar oud. Beiden werden begraven in Emmeloord. Zij hadden vijf kinderen: Sieppy 1926-1998 , Ina 1928, Sieny 1929, Jan 1931, en Theo 1933.

Trouwfoto (?) zijn van Cile Ferwerda en Titus Terwisscha van Scheltinga.

Volgens mij (JG) moet deze foto de trouwfoto zijn van Cile en Titus Terwisscha van Scheltinga zijn. Rechts van het paar de ouders van Cile, en links van het paar de ouders van Titus. Aan de voet Cile’s moeder de jongere zus van Cile, Bettie, en aan de voet van het bruidspaar de ‘kleintjes ” Hannie, Appie en Nellie. Wies en Mieke steken er achter boven uit

HANS
Hans werd geboren op 21 mei 1899. Bijna de gehele familie was muzikaal maar van Hans, en ook van zijn zus Siep, wordt apart gezegd, dat zij goed waren in zang en voordracht en hierdoor vaak in gezelschap de toon zetten en de sfeer verhoogden. Enkele jaren heeft hij samen met zijn zwager Titus de boerderij op Lutjelollum gedaan. Toen Dorus en Klaske in 1932 naar Enschede gingen werd Hans voor enige tijd bedrijfsleider op de boerderij van weduwe Johanna Ypma-Bonekamp in Achlum. Kort nadat hij daar wegging en trouwde, trouwde de oudste dochter van weduwe Ypma, Lena, met Ysbrand Kramer van Kubaard, een neef van Hans. Ysbrand kwam toen op de boerderij te Achlum.
Hans trouwde op 2 november 1936 met Dirkje Veenbaas. Zij gingen in Franeker wonen, in de voormalige molenaarswoning, en Hans werd vertegenwoordiger bij een verzekerings-maatschappij, de RVS. Dirkje werd van hervormd katholiek, maar beiden bleven hun eigen geloof trouw. Hans en Dirkje hadden geen kinderen. Dirkje overleed op 15 januari 1973 te Franeker en Hans op 20 februari 1982, 82 jaar oud, beide te Franeker; beide werden gecremeerd.

FRANS
Frans werd geboren op 18 october 1900. Hij was op de HBS in Leeuwarden en werkte daarna op het laboratorium van de suikerfabriek te Franeker. Hij trouwde met Jo van Kempen, geboren op 8 juli 1902 te Klundert. Jo’s vader kocht in Brabant bieten voor de suikerfabriek maar werd later hoofdopzichter van de suikerfabriek in Franeker. Frans leerde Jo in Franeker kennen. Hij had geen boerenbloed; het huwelijk met Jo van Kempen vond plaats op 20 april in 1927 in Naaldwijk. Frans was daar werkzaam in een garagebedrijf. Later werkte hij op melkcontrolestations te Rotterdam en Den Haag van de VVZM, waarvan zijn neef Ysbrand Kramer (zoon van Mebius Kramer) directeur was. Frans en Jo hadden drie dochters: Jopie 1929, Wies 1930, en Riet 1931. Johanna overleed 21 december 1959 te Den Haag. Frans hertrouwde met Greetje Terol. Frans overleed op 2 maart 1975 te Haarlem.

MIEKE
Mieke werd geboren op 17 december1901 en trad op 25 jarige leeftijd als religieuze in bij de zusters Onder de Bogen te Maastricht; de zusters van deze congregatie zijn werkzaam in de verpleging. Mieke (zuster Theodorata) werkte o.a. in St. Annadal te Maastricht en in Den Haag, later woonde zij in Zwolle, waar zij op 11 februari 1990 is overleden.

BETTY
Betty werd geboren op 22 januari 1903 en trouwde op 12 november 1924 met Joost Wolke. Joost werd geboren op 14 Juli 1898 te Bolsward als zoon van Joseph Hermann Wolke en Franciska Hettema. Joseph Wolke kwam uit Recke (Dtl), en was als marskramer (linnen en textiel) in Friesland terecht gekomen, waar hij zich vestigde. Dit was het geval met vele marskramers uit Duitsland (Lunter, Lampe, Brenninckmeier, Vroom, Dreesman, Cloppenburg). Zij werden tuöten genoemd. Zonen van Joseph, Joost en Ignasz (getrouwd met Sieb, dochter van Mebius Kramer) hadden zaken aan de Markstraat en de Dijkstraat. De zaak in de Dijkstraat werd later bij het Hof van Holland getrokken.

Vader Joost Wolke was gematigd streng, altijd strikt rechtvaardig en bezat een sportieve geest. Hij had een groot vertrouwen in zijn kinderen en zij wachtten er wel voor om dat vertrouwen te beschamen. Moeke Betty was de spil van het gezin, zij bezat de humor van Opa Ferwerda en de levenswijsheid van Oma Ferwerda.

Huize Wolke aan de Marktstraat in Bolsward was groot, bezat vele slaapkamers, een grote salon en een grote tuin. Moeke Betty was gastvrij, en ondanks haar groot gezin hebben veel familieleden en vrienden in huize Wolke gelogeerd en gefeest.

Beiden overleden te Bolsward, Betty op 16 januari 1977 en Joost op 27 augustus 1982. Hun kinderen waren Hermann 1925-1995 en tweelingbroer Theo 1925-1987, Cieny 1927, Thérèse 1928, Enny en Marietje 1929 na enkele dagen ov.; Hetty 1930, Carla 1931, Hans 1933, Nasz 1934-1998, Nell 1937, Guus 1938, Appy 1939, Anny 1942 en José 1947.

WIES
Wies werd geboren op 21 januari 1905 en was bijna afgestudeerd als apotheker-assistente, toen zij overleed op 4 november 1923 op de boerderij te Lutjelollum.

HENK
Henk werd geboren op 24 april 1906. Hij werd op zijn 17de jaar veldstudent in het Westland, om het tuindersvak te leren. Hij solliciteerde voor baas/knecht (bedrijfsleider) op het bedrijf van Sophie Zuidgeest, weduwe van Jan van der Drift. Hij werd aangenomen als baas/knecht maar daar bleef het niet bij. Hij werd Sophies tweede echtgenoot; hij trouwde haar op 31 augustus 1933. Sophie had vier kinderen: Riet, Jan, Aad en Rinie. Zij kregen nog drie zonen en drie dochters: Cor 1934, Theo 1936, Henk 1937, Ien 1939. Lien 1940 en Bep 1942. Cor woont in Italië en Henk in Californië.

Zo werd Hendrik glastuinder in De Lier, in het Westland. Neefjes en nichtjes, op bezoek, snoepten graag van de druiven. Sophie overleed op 8 juni 1978. Henk hertrouwde met Maria van der Werf, weduwe van Klaas Ypma met 8 kinderen. Klaas Ypma was een zoon van een neef van Jan Ypma, bij wiens weduwe Henks broer Hans enige tijd bedrijfsleider was. Maria overleed 19 juni 1987. Henk overleed op 6 augustus 1997 te De Lier. Met alle kinderen had Henk een goede band.

HANNIE
Hannie werd geboren op 28 mei 1907. Zij hielp korte tijd bij Joost Wolke en haar zus Betty. Nadat zij thuis in Enschede volledig van ziekte hersteld was werd zij gedurende lange tijd dame van gezelschap en hoofd van de huishouding bij notabelen. Eerst bij prof. Beel, de latere premier, in Eindhoven. In de Duitse tijd hield zij de “moffen” aan de praat, toen deze aan huis kwamen om Beel te arresteren. Als Bossenaar herinner ik mij haar later in ’s Hertogenbosch, waar zij de huishouding regelde voor de familie Meijering, Daar kwamen politici als prof. Beel, een oomzegger van de heer Meijering, veelvuldig aan huis. Hierover werd, als ’tante’ Hannie bij ons thuis (mijn vader was een volle neef van haar) op bezoek kwam, zeer discreet gesproken.

Tenslotte kwam zij bij de familie Brennikmeyer in Hilversum. Deze familie zorgde op haar oude dag voor een ouderdomspensioen en een serviceflat in Maarwold, Haren (Gr) in de buurt van haar één jaar jongere zus Appie. Zij overleed op 20 augustus 1996. Hannie was zich de crisistijd van de jaren dertig gedurende heel haar leven zo goed bewust, dat zij heel zuinig was voor het geval het weer zou gebeuren.

APPIE
Appie werd geboren op 10 juli 1908. Zij is na Harlingen nog voor verder onderwijs naar Slagharen op kostsschhool geweest. Zoals haar zus Hannie gaf zij ook leiding in huishoudens in Den Haag, in Amsterdam en in Goningen. Zij trouwde op 12 october 1953 met Arnold Jansen, weduwnaar met drie kinderen: Arnold, Annie en John. Zij woonden te Haren (Gr.). Arnold Jansen was vertegenwoordiger. Hij overleed op 23 september 1961, Appie overleed op 24 maart 1993, beiden te Groningen.

NELLIE
Nellie de jongste werd geboren op 20 maart 1912. Zij ging met haar ouders in 1932 mee naar Enschede. Zij hielp daar overal waar het nodig was. Ruim 5 jaar heeft zij geassisteerd in het gezin van Joost en Betty, totdat zij op 7 augustus 1939 trouwde met Pier Bruinsma. Pier werd geboren op 29 december 1912 te Bolsward; hij was een zoon en broer van de in de familie bekende notarissen N.L.J. en L.N.J. Bruinsma te Bolsward. Op hun kantoor liggen de voetstappen van zeer vele uit onze familie. Pier ging aanvankelijk in het kruideniersvak. Zijn bekwaamheid werd getest en deze bleek meer in de wiskunde gelegen. Pier kon toen zijn werk met zijn hobby verenigen en kwam bij de Sociale Verzekeringsbank, en werd afdelingshoofd van de Raad van Arbeid te Breda. Hij verhuisde naar Bavel en geniet daar van zijn pensioen. Pier en Nellie hebben acht kinderen: Klaske 1940, Joke 1941, Frans 1943, Thea 1945, Hiske 1946, Vera 1948, Trudy 1950 en Eelco 1955.

In Augustus 1999 vierden zij op grootse wijze hun diamanten huwelijksfeest.
Kort daarna verhuisden zij naar Huize Werve te Breda overleed Pier op 20 december 2003 op, zoals Nellie mij vertelde op ontroerende wijze. Samen met Niny (Regina) dochter van Mebius Kramer behoort zij tot oudste nog levende rechtstreekse nakomelinghen van Frans en Siebrigje Kramer-Brandsma. Nellie spant de kroon.

Omoe en Opa Ferwerda met vijf van de negen dochters:
vlnr Hiske, Hannie, Betty, Mieke (zuster Theodora) en Appie.

RELATIES MET DE FAMILIE YPMA
Welke van ouds katholieke Friese familie we ook tegenkomen, we vinden bijna zeker een relatie met de familie Ypma. Om enig houvast te hebben ga ik ook hier uit van een paar kenmerkende leden van deze familie uit de jaren rond 1800. Het gaat om twee neven. De ene heet Yeb Jans (Ypma), de ander heet Yeb Fokkes (Ypma).

Yeb Jans was bekend als Greate Yeb en Yeb Fokkes als Lytse Yeb.
Er zijn Ypma’s die afstammen van Greate Yeb en Ypma’s die afstammen van Lytse Yeb.
Op deze manier worden Ypma’s vaak ingedeeld: als afstammelingen van Greate óf van Lyste Yeb.

Greate Yeb had twee zonen Jan en Sible. De eerste was getrouwd met Froukje Ysbrand Klazes Galema en later met dochter Klaske van Hendrik Mebius Brandsma, uit welke huwelijk Froukje het leven behield. Sible trouwde met Trijntje Ysbrand Klazes Galema. Heel wat Ypma’s hebben dus Galema-bloed en zelfs Brandsma- bloed.

Lytse Yeb had een broer Evert, en twee zonen Maurits en Evert. Vrouwelijke nakomelingen van deze tak trouwen met leden uit de familie Kramer, met name uit de tak Dirk Frans Kramer of raken verwant aan de Ferwerda’s , met name aan Hans Ferwerda en diens zoon Dorus, die trouwde met Klaske Frans Kramer. Hierdoor zijn er vele Kramers met Ypma-bloed.


KRAMERKRONIEK 2005:
*U bevindt zich op ‘Klaske’*
Gebruik, Inhoud, Voorwoord, Indeling en Overzicht.
Gerrit Klazes Kramer en Hendrik Mebius Brandsma
Frans Kramer en Siebrigje Brandsma
Betsie, Hendrik, Apollonia, Johanna, Gerrit, Dirk, Klaske, Mebius, Pietje.
Register.