Het graf van een onbekende Hebelius Terwisscha in het kerkje van Ter Idzard. Hij was advocaat.
foto: J. Galema
EyseTerwischa 1640 – 1710, zijn echtgenote is ons niet bekend. De familienaam Terwisscha ontstond ± 1600 en is afgeleid van de buurtschap ‘Ter Wissche’ onder Appelscha. Deze Eyse is een van de eersten met de naam Terwisscha. Zijn zerk vindt men in het kerkje van Ter Idzard. Vermoedelijk rust ook kleinkind Reinsje in dit graf.
foto: J. Galema
Het familiewapen op het graf van Eyse Terwischa 1640 – 1710.
foto: J. Galema
De zerk van een (klein?)zoon van genoemde Eyse: Assuerus Terwischa (1680 – 1745) en Sybrich Lyauckema(1680 – 1745).
De familie Terwischa heeft vermoedelijk grote giften aan de kerk van Ter Idzard geschonken en mocht daarom worden begraven in de kerk, die toen in handen was van de protestanten.
Ook zoon Titus Terwischa (1710 – 1780) rust in dit graf.
foto: J. Galema
De kerk van Ter Idzard. Deze is thans verhuurd als atelier.
De zerken zijn bedekt met een houten vloer.
foto: J. Galema
De familie Terwisscha bezat de Idzerdastins, waarvan hier een tekening uit1722, bewaard in het Printekammenet in het Fries Museum
Sybrich Terwisscha-Lyauckema’s moeder was een Scheltinga uit Arum: Saecke. Een kleinzoon van haar broer verlaat zijn geboortestreek en wordt boer in Ter Idzard. Hij heette Tiete Scheltinga. Hij bleef ongetrouwd tot zijn 65e jaar. Stellig trok hij veel op met de kinderen van Sybrich Terwisscha – Lyauckema, een volle nicht van zijn vader. Het waren drie meisjes. Zij bleven ongehuwd. Toen de laatste van hen, Akke overleed kreeg Tiete Scheltinga alle bezit van de Terwisscha’s, waaronder ook de Stins. Als tegenprestatie voor deze zeer grote erfenis voegen de kinderen van Tiete Scheltinga de naam Terwisscha toe aan de hunne. Tiete 1726 – 1799 was gehuwd met Abeltje Jans de Vries 1759 – 1827, geboren te Oldeholpade (nabij Ter Idzard).
Assuerus Terwisscha van Scheltinga 1786 – 1857 is de eerste die de dubbele naam gebruikt. Hij is de oudste zoon van Tiete. Hij was getrouwd met Siebrigje Koelman 1786 – 1867, dochter van genees – heel – en vroedmeester Jan Koelman te Workum. Assuerus was boer in Ter Idzard en later ook in Oosterwierum op Foghelsang State. Assuerus en Siebrigje werden begraven op hetprachtige kerkhof van Oosterwierum.
De beide graven zijn in beheer bij de Stichting Graven en Verhalen en werden door Trees Wempe en Paul Reck in 2010 gerestaureerd. Meer hierover in Nieuwsbrief 15 en op deze pagina.
De ouste zoon van Assuerus en Siebrigje, Tite Johannes Terwisscha van Scheltinga 1808 – 1870 en zijn echtgenote Grietje Kooiker 1814 – 1886 zijn begraven te Irnsum.
foto: J. Galema
Jan Titus Terwisscha van Scheltinga 1851 – 1936, zoon van Tite en Grietje, en zijn echtgenote Trijntje Yntes Kingma 1860 – 1892 zijn eveneens begraven in Irnsum.